Komend jaar wordt voor het eerst in Nederland de opleiding tot International Mountain Leader (afgekort IML) gegeven. Samen met 8 anderen was ik afgelopen weekend een van de eerste die aan de intake voor deze nieuwe opleiding deel mochten nemen. Het was een weekend waarin bewezen moest worden dat je klaar bent om te starten met deze driejarige opleiding waarin een hoop theorie maar vooral ook praktische kennis en vaardigheden aangeleerd worden.
In Nederland is de status en opleiding van IML nog redelijk onbekend; veel mensen kennen wel de berggids die mensen meeneemt hoog de bergen in. De opleiding van een berggids en IML overlappen op een aantal vlakken waaronder lawinekunde, meteorologie en geologie. Echter, waar het accent bij de berggidsenopleiding sterk ligt op het met klanten kunnen beklimmen van heel moeilijke bergen of routes, ligt dit bij de IML opleiding veel meer op educatie, omgeving, flora, fauna en didactiek. Een berggids huur je in voor moeilijke beklimmingen, een IML als je onderweg ook wat wil leren over de omgeving waar je je op dat moment in bevindt.
Een ander groot verschil met de opleiding tot IML is dat een berggids wordt ook opgeleid tot skigids. IML’s gaan er in de winter ook op uit maar dan op sneeuwschoenen. Vroeger wilde ik altijd berggids worden, maar omdat skiën niet mijn sterkste punt is heb ik deze droom op een bepaald moment min of meer opgegeven. Deze opleiding kwam dus als geroepen voor mij en vol enthousiasme heb ik mij dus aangemeld.
Afgelopen weekend was het tijd voor de eerste stap om de opleiding te gaan volgen; de intake. Deze intake vond plaats in de Vogezen in Frankrijk. De Vogezen is een gebergte in Centraal-Westelijk Europa en is tegelijk ontstaan met het Zwarte Woud in Duitsland. Voor de tests die wij als kandidaten af moesten leggen gelden hier de ideale omstandigheden; heuvelachtig terrein met een hoogteverschil van 700 meter tussen het dal en de hoogste top en veel verschillende soorten terrein.
De intake zou beginnen op vrijdagavond en duren tot zondagmiddag. Enigszins gespannen wat er precies van mij verwacht zou worden vertrok ik samen met een andere deelnemer op woensdag richting Frankrijk.
De donderdag en vrijdag hebben we gebruikt om het terrein alvast wat te verkennen, enigszins in te lopen en onze touw- en zekertechnieken nog een keer door te nemen. We wisten ongeveer wat ons te wachten zou staan: een speedtest waarbij je zo snel mogelijk een bepaald parcours moet afleggen, een navigatieproef, en technische handelingen, eventueel met touw (het kunnen zekeren van anderen).
Op vrijdagavond begon het officiele programma met een welkomstwoord en het voorstellen van iedereen. Om het voorstellen wat makkelijker te maken werd ons gevraagd om een familiewapen te ontwikkelen waar de volgende zaken in terugkwamen: lijfspreuk, verleden, heden, toekomst en omstandigheden/omgeving. Dit leverde erg mooie tekeningen en creaties op waarbij je al snel een goede indruk kreeg van de medecursisten alsook de opleiders die zelf ook meededen met dit spel.
De zaterdag zou voornamelijk in het teken staan van de individueel af te leggen speedtest, een mars van ongeveer 11 kilometer lengte 1850 hoogtemeters stijgen en dalen. De eerste opdracht was het uitrekenen in hoeveel tijd je deze af tocht af zou leggen met een groep normale lopers. Door gebruik te maken van Naismith’s Rule kwam ik uit op 6:30 uur. Vervolgens moesten wij inschatten hoe lang we dachten er zelf over te doen waarbij ik dacht dit in 4:30 uur te kunnen lopen.
Nadat de route en berekeningen gecontroleerd waren door de opleiders werden we met 5 minuten tussenpozen op weg gestuurd. De opdracht was niet alleen om het parcours binnen je tijd af te leggen maar ook onderweg na te denken over wat je in dit gebied zoal met groepen kan doen.
Overigens was er door de opleiders verteld dat het geen wedstrijd was. Vertel dat maar eens aan een groep mannen die niet voor elkaar onder willen doen… Ik denk dat menig toerist die lekker aan het wandelen was zich afgevraagd heeft waarom al die mannen zo hard liepen en soms zelfs aan het rennen waren met toch wel redelijk grote rugzakken.
De hele route heb ik uiteindelijk in 4:03 uur uitgelopen wat ik zelf een goed resultaat vond voor dat moment. Later kreeg ik te horen dat de opleiders verwacht hadden dat wij de tocht in 3:30 uur uit zouden lopen. Oftewel, meer trainen en meer conditie opbouwen.
Na de tocht was het tijd voor touwtechnieken en de uitrustingscheck waarbij je moest motiveren waarom je welke items je bij je had. De enige vraag die ik hierbij kreeg was waarom ik geen muts bij me had. Ik draag namelijk zelf nooit een muts. Echter wanneer iemand onderkoeld dreigt te raken is deze erg handig en ik kreeg te horen deze volgende keer wel mee te nemen.
De touwtechnieken waren gesneden koek voor mij. Hierbij werd vooral gelet op hoe je met je materiaal om gaat en of je snel en veilig een standplaats kon bouwen. Omdat ik veel klim en dus vaak met touwen in de weer ben was dit geen probleem.
Bij de inschrijving voor de opleiding moest ook een tochtenlijst overlegd worden waaruit blijkt wat je zoal gedaan hebt en wat je ervaring in de bergen is. Na afronding van de touwtechnieken werd deze tochtenlijst doorgenomen en werd je gevraagd om op originele wijze bewijslast te overleggen. Ik heb dat gedaan in de vorm van een filmpje.
Dit gesprek duurde ongeveer 15 minuten waarna we gezamelijk zijn teruggelopen naar de hut waar we verbleven. Uit het gesprek kwam dat ik naar de mening van de opleiders voldoende ervaring heb in de zomer maar dat ik meer ervaring zou moeten opdoen in de winter door bijvoorbeeld meer te gaan sneeuwschoenwandelen en een cursus over lawines zou moeten gaan volgen.
Doordat ik tijdens het teruglopen naar de hut zo in gesprek was met een mede cursist zijn we een klein stukje verkeerd gelopen…Helaas voor ons liepen de opleiders met ons mee. Je maakt je dan toch een beetje zorgen of je daar niet op afgerekend wordt.
De zaterdagavond werd gebruikt om uit te leggen hoe de Nederlandse organisatie alsook de werldwijde overkoepelende organisatie in elkaar zitten en wat de verhoudingen tussen deze twee zijn. Ook werd uitgelegd hoe de driejarige opleiding eruit zou gaan zien. Dit riep een aantal vragen op en een aantal van ons realiseerden zich toen pas goed wat de opleiding in zou houden, waaronder ook de tijd die deze zou gaan kosten. Je gaat een periode van 3 jaar in waarbij veel van je vrije tijd en vakantiedagen in het teken gaan staan van de opleiding.
Op zondag moesten wij laten zien wat onze vaardigheden in het terrein en met groepen zijn. We moesten om de beurt de leiding over de groep nemen, waarbij er onderweg iets over het terrein verteld moest worden. Daarnast gaf iedereen een korte presentatie over wat je met je groep zou kunnen doen.
Ook werd er een aantal maal gevraagd of je op de kaart aan kon wijzen waar we ons op dat moment bevonden.
Na deze gezamelijke wandeling waarbij we door de presentaties ook weer een hoop over elkaar en het terrein geleerd hebben was het tijd voor de eerste terugkoppeling en een go-no-go gesprek. Toch enigszins zenuwachtig werden we één voor één bij de opleiders geroepen en kregen we in vijf minuten te horen of we toegelaten waren en wat opgevallen was tijdens de afgelopen twee dagen. Er werd eerst gevraagd wat je zelf opgevallen was en hoe je het zelf vond gaan. Ik heb verteld dat ik mijn presentatie beter had kunnen doen en dat ik mijzelf conditioneel zeker niet bij de beste van de groep vond horen. Dit beaamden de opleiders maar voegden daar aan toe dat ze mijn goede zelfkennis als erg positief ervaren hadden alsook dat ze mijn enthousiasme, in het algemeen maar ook over de opleiding, erg leuk vonden. De conclusie was dat ik dus toegelaten ben.
Na nog een drankje en afscheid nemen van iedereen was het tijd om terug te rijden naar Nederland. In de auto werd er nog druk nagepraat over het weekend waarbij enthousiasme overheerste maar mensen zich toch ook afvroegen hoe je zo’n redelijk tijdrovende opleiding in je normale leven in kunt passen.
Zelf ben ik er positief over en heb ik erg veel zin om in april 2012 met de opleiding te gaan starten. De komende winter staat in het teken van ervaring opdoen onder winterse omstandigheden en meer conditietraining.