Komt die berg er?

Oftewel is het mogelijk om in Nederland een kunstmatige berg van zo’n 2 kilometer hoog te bouwen? Dit is de vraag die Thijs Zonneveld ook bezig gehouden moet hebben voordat hij deze column schreef. Een veelgehoord excuus om er maar niet meer over na te denken of het erover te hebben is dat Nederland nu eenmaal geen bergen heeft en zoiets hier dus ook niet hoort. In zijn column schrijft Thijs hierover: “Ik weet ook wel dat zo’n nepberg heel kunstmatig klinkt, maar wel beschouwd is heel Nederland kunstmatig, alles hangt hier aan elkaar van ingepolderde stukken land.”. Hierin kun je hem geen ongelijk geven. Ik meen dat ongeveer 25% van Nederland onder NAP ligt en dus kunstmatig droog gehouden wordt.

BergInZee-640x240

Afbeelding met dank aan Die Berg Komt Er


Het idee van een kunstmatige berg spreekt mij als “laagland-bergbeklimmer” in eerste instantie zeker wel aan; ik zou het heerlijk vinden om elk weekend in de bergen te kunnen zijn in plaats van op een kunstmatige klimmuur situaties proberen na te bootsen om zo te trainen. De nadelen van een klimmuur ten opzichte van een echte berg zijn ook legio; je hebt geen ‘last’ van de hoogte (zie ook dit artikel over hoogteziekte op Wikipedia), het weer is altijd goed en de reistijd is kort.

Nu zou je zeggen: “Maar dat zijn toch juist voordelen van een klimmuur?” Ja en nee, jij als Nederlander bent de hoogte in bijvoorbeeld de Alpen niet gewend. Daar komt bij dat we vaak maar één of twee weken vakantie hebben, waardoor we, na een rit van 12 uur vanuit Nederland, direct omhoog ‘moeten’. Ook willen we vaak toch nog klimmen, ondanks slecht weer, want we hebben maar zo weinig tijd. Om jezelf zo goed mogelijk voor te bereiden hierop zou je die hoogte eigenlijk ook hier al moeten hebben. Evenals slecht weer op hoogte, wat vaak, juist door de hoogte, nog wat slechter is dan hier in Nederland. Puur vanuit een trainingsperspectief heb je dus eigenlijk als bergbeklimmer, op wat techniektraining na, weinig aan een klimmuur. Vanuit dit perspectief bekeken zou ik dus zeggen “Ja, die berg moet er komen!”.

Echter, wanneer je bijvoorbeeld de bergbeleving wat breder trekt dan puur het klimmen en skiën vraag ik mij af of zo’n kunstmatige berg niet gewoon weer een klimmuur of skibaan wordt, maar dan wat grotere. De eerste dag(en) na aankomst in een berggebied is het heerlijk om over een groene alm weide naar de berghut te lopen, waar de koeien grazen en je flora en fauna tegenkomt die je niet in Nederland ziet.

Ook het leven in de hutten in bijvoorbeeld Oostenrijk kun je niet nabootsen. Mocht er op de “nepberg” een “nepberghut” komen dan zal die zeker alle smaken frisdrank schenken en een menukaart hebben die vergelijkbaar is met een goed restaurant. In een berghut in Oostenrijk mag je al blij zijn als er überhaupt frisdrank is en je kunt kiezen uit drie eenvoudige maaltijden. Voor mij is deze eenvoud een wezenlijk onderdeel van het bergbeklimmen. Juist hierdoor vind je ook rust in de bergen.

Nu snap ik ook wel dat je op de berg in Nederland geen week vakantie gaat houden en dat het meer bedoeld is voor bijvoorbeeld trainingen. Waar ik echter bang voor ben is dat het één groot commercieel en toeristisch circus wordt; de keren dat ik ben gaan skiën in een populair skigebied heb ik mij rot geërgerd aan mensen die staan te dringen voor het liftje. Ik denk dan: “Geniet van de omgeving, je hebt vakantie”, maar dat is helaas niet de instelling van veel toeristen. Ook op populaire bergen zoals de Mont Blanc is dit helaas zo. Mensen komen puur voor die ene top met de bekende naam, maar de rest van de omgeving zien ze niet.

Nog los van bovenstaande voors en tegens vraag ik mij af of het bouwtechnisch en financieel reëel en haalbaar is om zo’n project neer te zetten. Gelukkig heb ik van het bouwtechnische gedeelte geen verstand dus zet het maar neer wat mij betreft, maar dan beland je al gelijk in de discussie waar die berg dan moet. Ik hoor ideeën die variëren van de Noordoostpolder tot in zee.

Stel je nu eens voor dat je net vorig jaar je droomhuis met uitzicht over de polder of de zee gekocht hebt en één van de grote bouwers van Nederland begint met het storten van een berg zand van 15 bij 15 kilometer breed en 2 kilometer hoog in je achtertuin…ik zou er denk ik niet blij mee zijn als ik dat huis voor het uitzicht gekocht had.

Daar komt bij dat wanneer je die berg in je achtertuin wel ziet zitten dat je achteraf misschien wel aan de loefzijde, welke ook wel de regenkant genoemd wordt, zit. Zodra wolken opstijgen, wat ze doen wanneer de wind ze tegen de berg aan blaast, worden ze kouder en kunnen ze minder water vasthouden. Hierdoor gaat het dus regenen. Grote kans dat je dus vaak in de regen zit.

Al met al blijf ik het een leuk idee vinden om over te filosoferen en ben ik er nog niet uit wat ik er nu precies van moet vinden…wordt vervolgd.

Melchior Aelmans

De originele post op de website van Discovery Channel.